maandag 11 juni 2012

Vrijwilligers en profs

De afgelopen week werd ik geconfronteerd met een tweetal verschillende aspecten binnen de KNKV-organisatie, namelijk de vrijwilligers organisatie en de beroepskrachten. De eerste keer was dat bij het afscheid van Jaap Broersma, die als directeur leiding heeft gegeven aan die beroepsorganisatie en de tweede keer was vanavond bij een bijeenkomst van scheidsrechters en beoordelaars binnen het district Noord West.

Voor veel korfballers is het KNKV een groot lichaam: ver van mijn bed en een dankbaar onderwerp om over te klagen als er iets niet goed geregeld is. Misschien onnodig om nog eens uit te leggen dat dat niet zo is. Maar volgens mij niet zo onnodig, want ik blijf hier misverstanden over horen. Binnen clubs van mensen die er eigenlijk nauwelijks wet van hebben hoe de organisatie werkt en dat eigenlijk ook niet zouden hoeven weten. Maar ook binnen de scheidsrechterij waar mensen vanuit hun meer individuele positie toch meer zicht op de gang van zaken hebben.  Zou ik denken.

Hoe zit het nu? Het KNKV is in wezen een vrijwilligersorganisatie. Niet anders georganiseerd dan de meeste clubs. Met een bestuur en verschillende commissies op gebieden als competitie, financiën, reglementen etc. Door de omvang is dat op sommige onderwerpen ook nog eens regionaal verder verdeeld in districten zoals Noord West. Die ook elk een bestuur en commissies / werkgroepen hebben om de zaken binnen hun district te regelen. Alle functionarissen binnen die organisatie zijn vrijwilligers, zoals gezegd net als binnen een vereniging.

Maar het KNKV heeft te veel taken om dat allemaal door vrijwilligers te laten uitvoeren. Dat geldt voor sommige clubs ook die een betaalde trainer hebben of een functionaris (meestal gesubsidieerd) die de accommodatie helpt beheren. Maar bij het KNKV geldt dat voor veel meer taken. Administratieve taken (financieel, maar ook competitiezaken), technische taken (bondscoaches, technisch directeur), communicatie/marketing, verenigingsondersteuning en nog veel meer. Voor die taken is er bondsbureau, waarvan genoemde Jaap Broersma tot voor kort directeur was, en zijn er medewerkers in de verschillende districten.

Die twee delen van de organisatie kunnen niet los van elkaar gezien worden. Dat bleek bij het afscheid van Jaap waar beide geledingen door elkaar liepen. Dat bleek ook uit de presentaties op de scheidsrechtersbijeenkomst, waar voorbeelden te over waren over zaken die goed of slecht geregeld waren maar waarbij zowel de vrijwilligers al het bureau betrokken waren. Al blijkt men in het algemeen bij slecht geregelde zaken gemakkelijker over het bureau dan over de vrijwilligers te klagen heb ik de indruk. Maar ze moeten het samen doen. Alleen dan kunnen we onze doelstellingen, welke dat ook zijn, realiseren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten